organogram

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·ga·no·gram
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord organogram organogrammen
verkleinwoord organogrammetje organogrammetjes

Zelfstandig naamwoord

het organogramo

  1. (bedrijfskunde) een organisatieschema
  2. (medisch) medische beschrijving van bouw en ligging van de organen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be