oregano
Uiterlijk
- ore·ga·no
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘tuinkruid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1968 [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | oregano | - |
| verkleinwoord | - | - |
- (plantkunde) een vaste plant Origanum vulgare
uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae
) - (kruid) bladen van Origanum vulgare
, vers of gedroogd, gebruikt als keukenkruid
1. Origanum vulgare
- Het woord oregano staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oregano" herkend door:
| 96 % | van de Nederlanders; |
| 96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "oregano" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Kruid in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %