Naar inhoud springen

orde van grootte

Uit WikiWoordenboek
  • or·de van groot·te
enkelvoud meervoud
naamwoord orde van grootte orden van grootte
ordes van grootte
verkleinwoord - -

deorde van groottev

  1. ruwe indicatie van de omvang, met weinig precisie aangeduide hoeveelheid
     De gender gap is sinds Ronald Reagan gestaag gegroeid. Maar dit is zeker niet de diepste kloof die de Amerikaanse samenleving doorsnijdt. Dat is de kloof tussen zwart en wit. Van de blanke kiezers stemde 58 procent op Trump - niet alleen laagopgeleide witte kiezers, ook de witte middenklasse hielp hem aan de overwinning – van de zwarte kiezers slechts 8 procent. Ook de kloof tussen stad en platteland is van die orde van grootte: op het platteland stemde tweederde voor Trump, in de stad eenderde.[2]
  2. (wiskunde) aanduiding om de grootte van een getal mee uit te drukken, uitgedrukt als de exponent van de dichtstbijzijnde macht van 10
     Het varieert een beetje, met ruwweg 40 jaar per meter kom je voor 4.000 km oceaan dus op 160 miljoen jaar. En als je kijkt naar de leeftijd van ‘magnetische banden’ in de rotsen op de oceaanbodem kom je op 180 miljoen jaar: zelfde orde van grootte![3]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 mei 2025 Weblink bron “Grootteorde / ordegrootte / orde van grootte” op taaladvies.net
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 mei 2025 Weblink bron
    Maartje Somers
    “Wie koos voor rood, wie voor blauw?” (10 november 2016) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 mei 2025 Weblink bron
    Hendrik Spiering
    “Natuurkunde is van ons allemaal, als we lef hebben” (24 februari 2017) op nrc.nl op Wikipedia