orante

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Een orante in de catacomben van Rome.
Uitspraak
Woordafbreking
  • oran·te
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans orante of direct van Latijn orans, in de betekenis "afbeelding van biddende vrouw" aangetroffen vanaf 1882 (zie vindplaats hieronder) [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord orante oranten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de orantev

  1. (kunst) (religie) voorstelling van een biddende vrouw in lang gewaad die rechtop staat en de handen naar de hemel heft
    • Rond haar worden de zeven zonen gegroepeerd, zoals reeds op een verloren gegaan, maar via een 19e-eeuwse tekening bewaard gebleven fresco ca. 600 in het reeds genoemde coemeterium: als orante (biddend de handpalmen ten hemel geheven) in een paradijselijk landschap; boven haar Christus die haar een martelaarskroon aanreikt en naast haar de inscriptie ‘Felicitas cultrix Romanorum’ (beschermster der Romeinen). [3]
    • (…) het zijn zinnebeelden, waarvan de ingewijden alleen den troostvollen zin begrepen: het anker, de duif met den olijftak naar de ark terugkeerende, de goede herder zijn schapen weidende; Lazarus, die uit het graf verrijst, een Orante, d. i. een vrouw in biddende houding, een palmtak, teeken der overwinning, een lam, beeld eerst van den geloovige, later van Christus. [4]
Verwante begrippen
  • vrouwelijke vorm van orant

Gangbaarheid

11 % van de Nederlanders;
15 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen