oranjerie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. De oranjerie van kasteel Maarsbergen op Wikipedia (nl).
Uitspraak
Woordafbreking
  • oran·je·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans orangerie, ruimte waar de sinaasappelboom (Frans: oranger) gekweekt kan worden en ook andere planten uit een warmer klimaat kunnen overwinteren [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord oranjerie oranjerieën
oranjeries
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de oranjeriev

  1. (bouwkunde) aanbouw of vrijstaand gebouw met glazen wanden, vaak gebruikt als ruimte waar men bij koud maar zonnig weer aangenaam kan verblijven
    • Alleen aan de vier meter hoge plafonds en de vele grote ramen is met enige fantasie te zien dat haar huis vroeger een oranjerie was. De eigenaar van buitenplaats Rusthof beschermde in dit pand zijn sinaasappelbomen en andere exotische gewassen tegen de Hollandse kou. [3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen