opwaarderen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opwaarderen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·waar·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op en waarderen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opwaarderen |
waardeerde op |
opgewaardeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
opwaarderen
- verbeteren, bijwerken
- Voor die diensten moet het netwerk eerst opgewaardeerd worden.
- een hogere waarde aan geven
- De Chinese overheid wil de yuan gefaseerd opwaarderen.
- ▸ Ten eerste, beargumenteerde ze rustig na beleefd geduldig te hebben geluisterd zonder hem te onderbreken, zou Zweeds kernwapenbezit betekenen dat de Russen ons zouden opwaarderen tot de absoluut eerste plaats op de lijst van kernwapendoelen in geval van oorlog.[2]
- (bij voorbetaald telefoneren) nieuw beltegoed activeren.
- Zijn beltegoed wordt automatisch opgewaardeerd.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord opwaarderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opwaarderen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ opwaarderen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044645149
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %