opvoeren
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·voe·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op en voeren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opvoeren |
voerde op |
opgevoerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
- overgankelijk doen toenemen
- De productie daarvan wordt komend jaar opgevoerd tot het dubbele.
- overgankelijk als argument bijdragen
- De Arctische oscillatie wordt opgevoerd als argument voor de opwarming in het Arctische gebied.
- overgankelijk op het toneel laten zien
- Daarna werd de Gijsbrecht niet langer jaarlijks opgevoerd.
- overgankelijk ten einde voederen
- De muizen die ik had werden opgevoerd aan de slangen en daarna schafte ik een nieuwe collectie muizen aan.
Synoniemen
- [1] opschroeven
Afgeleide begrippen
- opvoerbaar, opvoerbuis, opvoerder, opvoerdruk, opvoerhoogte, opvoerindicator, opvoering, opvoerpomp, opvoerschacht, opvoerset, opvoerster
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opvaren |
opvoeren
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opvaren
- ...dat wij opvoeren.
- ...dat jullie opvoeren.
- ...dat zij opvoeren.
- ...dat wij opvoeren.
Gangbaarheid
- Het woord opvoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "opvoeren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %