opvangcapaciteit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·vang·ca·pa·ci·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opvangcapaciteit opvangcapaciteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de opvangcapaciteitv

  1. de hoeveelheid mensen of dieren in nood die men kan huisvesten en verzorgen
     Volgens Nils Muižnieks, de commissaris voor de Rechten van de Mens bij de Raad van Europa, moet België beter zijn best doen. De regering moet volgens hem de opvangcapaciteit verhogen en het registreren versnellen.[1]
     Dijkhoff wil dat vluchtelingen eerst bescherming zoeken in het eerste veilige land dat ze tegenkomen op hun vlucht. Maar de opvangcapaciteit staat daar onder druk wegens een tekort aan middelen. In Syrië en omgeving bedraagt het tekort inmiddels 4,2 miljard euro.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “'België moet meer asielzoekers registreren'” (Vrijdag 18 september 2015, 19:56), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “110 miljoen voor opvang van vluchtelingen in de regio” (Dinsdag 8 september 2015, 13:46), NOS