opstoven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·sto·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op en stoven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opstoven |
stoofde op |
opgestoofd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
opstoven [1]
- overgankelijk door stoven verder klaarmaken
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opstuiven |
opstoven
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opstuiven
- ...dat wij opstoven.
- ...dat jullie opstoven.
- ...dat zij opstoven.
- ...dat wij opstoven.
Gangbaarheid
- Het woord opstoven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opstoven" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 71 %
- Prevalentie Vlaanderen 90 %