opsporingsprogramma

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·spo·rings·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opsporingsprogramma opsporingsprogramma's
verkleinwoord opsporingsprogrammaatje opsporingsprogrammaatjes

Zelfstandig naamwoord

het opsporingsprogrammao

  1. radio- of televisieprogramma waarin de luisteraars en kijkers om inlichtingen wordt gevraagd over gepleegde misdaden
     In het regionale opsporingsprogramma Bureau Brabant werd een foto getoond van een jongen uit Tilburg, met de vraag om naar hem uit te kijken. Hij zou betrokken zijn bij de mishandeling van een 73-jarige man. Die raakte vorig jaar in Tilburg zwaargewond nadat hij door een jongen van de trap was geduwd.[1]
     Van D. werd in februari aangehouden na een uitzending van het regionale opsporingsprogramma Bureau Brabant. Zijn tante en drie collega's herkenden hem aan zijn loopje.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Politie blundert met foto onschuldige jongen in opsporingsprogramma” (Woensdag 30 mei 2018, 18:11), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Oud-chauffeur drie jaar de cel in voor in brand steken Arrivabussen” (Woensdag 22 augustus 2018, 13:16), NOS