oprijten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·rij·ten
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
oprijten [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
oprijten |
reet op |
opgereten |
klasse 1 | volledig |
- openrijten, openscheuren, openspringen
- wederkerend zich kwaadmaken
Gangbaarheid
- Het woord 'oprijten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oprijten" herkend door:
35 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ oprijten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 1 in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 35 %
- Prevalentie Vlaanderen 33 %