oprørske

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • op·rørs·ke
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel op-

Bijvoeglijk naamwoord

oprørske, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van oprørsk

oprørske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van oprørsk