opne
Uiterlijk
- op·ne
- Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord opna.
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van open
opne, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van open
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | opne opna |
tegenwoordige tijd | opnar |
verleden tijd | opna |
voltooid deelwoord |
opna |
onvoltooid deelwoord |
opnande |
lijdende vorm | opnast |
gebiedende wijs | opn opna opne |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
opne