opluchtten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opluchtten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·lucht·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opluchten |
opluchtten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opluchten
- ...dat wij opluchtten.
- ...dat jullie opluchtten.
- ...dat zij opluchtten.
- ...dat wij opluchtten.
Gangbaarheid
- Het woord opluchtten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.