opklapbed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

opklapbed
Uitspraak
Woordafbreking
  • op·klap·bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opklapbed opklapbedden
verkleinwoord opklapbedje opklapbedjes

Zelfstandig naamwoord

het opklapbedo

  1. een bed dat men na gebruik kan wegbergen door het op te klappen
    • Kruip-door-sluip-door, een opklapbed in het gedeelte waar je normaal loopt. Familiekamers: vaak niet de sterkste kant van hoteliers... Weleens met je kind een hotelkamer geboekt? En, hoe beviel het?[2] 
    • Een opklapbed dat tegelijkertijd een bureau is, een bank met lades die je als opbergruimte kunt gebruiken. Meubelgiganten spelen in op de 'kleine woontrend'door meubels te creëren die verschillende functies hebben. Zo neem je zo weinig mogelijk ruimte in, zonder dat je bepaalde meubelstukken moet missen.[3] 
    • Helemaal strak en hip is de slaaptrailer Tornado van Job te Pas. ,,Een gewone caravan is mij te popperig. In de trailer staat een opklapbed van 2x1.5 meter. Ik heb er zelf kajuitraampjes ingezet. Binnen een uur is de trailer kampeerklaar.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf MARJOLEIN SCHIPPER 30 aug. 2016
  3. de Telegraaf JANOUK VERMAAS 26 mei 2016
  4. de Telegraaf MARJLEIN SCHIPPER 20 jun. 2015
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be