opiaat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • opi·aat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘geneesmiddel’ voor het eerst aangetroffen in 1608 [1]
  • afgeleid van opium met het achtervoegsel -aat
enkelvoud meervoud
naamwoord opiaat opiaten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het opiaato

  1. (medisch) opiumbevattend geneesmiddel
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen