opgesplitst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opgesplitst (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·ge·splitst
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van opsplitsen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van op bw en gesplitst ww
Werkwoord
vervoeging van: | opsplitsen… |
verbogen vorm: | opgesplitste |
opgesplitst
- voltooid deelwoord van opsplitsen