opgesloten
Uiterlijk
- Geluid: opgesloten (hulp, bestand)
- op·ge·slo·ten
- vervoeging van opsluiten: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van op bw en gesloten ww
stellend | |
---|---|
onverbogen | opgesloten |
verbogen | - |
opgesloten
- geïsoleerd van de buitenwereld
- Hij zit opgesloten in een cel.
opgesloten
- geïsoleerd van de buitenwereld
- Hij maakte in gezelschap van Damaaf, die een goede vriend was geworden ook een keer een reis naar de Steilte van Doek, waar het hol was waarin de Roodhoofden uit het Paleis opgesloten hadden gezeten. [1]
1. geïsoleerd van de buitenwereld
vervoeging van: | opsluiten… |
verbogen vorm: | opgeslotene |
opgesloten
- voltooid deelwoord van opsluiten
- Het woord opgesloten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opgesloten" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 114
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %