opgebonden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opgebonden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·ge·bon·den
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van opbinden: voltooid deelwoord en een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
Werkwoord
vervoeging van: | opbinden… |
verbogen vorm: | opgebondene |
opgebonden
- voltooid deelwoord van opbinden