operaster

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ope·ra·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord operaster operasterren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de operasterv / m

  1. een bekende zanger of zangeres die in opera's zingt
     Ook is er tijdens het festival een opera-workshop, verzorgd door een prominente Nederlandse operaster. Belangstellenden uit het publiek kunnen dan zelf leren om een opera-aria te zingen.[2]
     Singer-songwriter Ruben Annink, levensliedzangeres Samantha Steenwijk en operaster Henk Poort zijn komend seizoen te zien en te horen in een nieuw seizoen van Beste Zangers.[3]

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Reisopera naar Zwarte Cross” (09-03-2019,), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Henk Poort en Tim Akkerman in nieuwe seizoen Beste Zangers” (12-04-2019), Tubantia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be