openzetten

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

de deur van de ijskast is opengezet
Uitspraak
Woordafbreking
  • open·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

openzetten [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
openzetten
zette open
opengezet
zwak -t volledig
  1. (met name van ramen, deuren, kranen e.d.) iets in een stand zetten dat een opening open blijft terwijl die eerst gesloten was
    • Juist nu de discussie omtrent het gasverbruik actueler dan ooit is. Het moet toch mogelijk zijn om bij een buitentemperatuur van minder dan bijv. 15 graden het openzetten van deuren te verbieden? En dan maar een nette “We zijn open” op de deur plakken. Wat zal dat door het hele land een vermindering van het gasverbruik opleveren[2] 
    • De medewerkers van de alarmcentrale vertelden hoe Joke haar dochter moest redden, maar het lukt haar niet. ’’Mijn man heeft het daarna ook geprobeerd, maar ondertussen kregen we te horen dat we de voordeur moesten openzetten. Ik dacht dat dat voor de ambulance was, maar de eerste persoon die binnenkwam was iemand uit de buurt’’[3] 
     Rijkswaterstaat heeft vervanging gezocht. "Het is altijd even puzzelen. We hopen hem snel weer open te zetten", zei de woordvoerder. Rijkswaterstaat verwachtte eerder vanochtend dat de tunnel rond 08.00 uur weer open zou gaan, maar dat is niet gelukt. Later stelde Rijkswaterstaat die verwachting bij naar 09.00 uur.[4]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 27 feb. 2018 ’Sluit de winkeldeuren’
  3. de Telegraaf JOLIEN VAN DE GRIENDT 23 feb. 2018 Joke: Het lukte mij niet om mijn dochter te reanimeren
  4. Bronlink geraadpleegd op 16 mei 2022 Weblink bron “Ketheltunnel dicht tijdens ochtendspits vanwege ziekmeldingen, inmiddels weer open” (16 mei 2022), NOS
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be