openstelling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- open·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van openstellen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | openstelling | openstellingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de openstelling v
- het voor publiek toegankelijk maken
- De winkeltijdenwet regelt de openstelling van winkels voor het publiek.
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord openstelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.