opdelven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·del·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opdelven
delfde op
dolf op
opgedolven
klasse 3

gemengd
zwak -d

volledig

Werkwoord

opdelven [1]

  1. overgankelijk door delven aan de oppervlakte brengen
  2. overgankelijk met moeite tevoorschijn brengen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

71 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen