opbleken

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  opbleken    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• op·ble·ken

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  op bw  en  bleken ww 

Werkwoord

opbleken

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
opbleken	bleekte op	opgebleekt
zwak -t	volledig

1. witter worden, bleker worden, witter maken, bleker maken

   • Het koraalrif in de wereld is aan het opbleken. Volgens wetenschappers kan tot 38 procent van het koraalrif daardoor worden geraakt. De Amerikaanse en Australische onderzoekers zeggen dat het opbleken een gevolg is van hogere temperaturen in de oceaan. Daardoor zou meer dan 12.000 vierkante kilometer rif verloren kunnen gaan, meldt de krant Brisbane Times.  

Vertalingen

    1. witter worden, bleker worden, witter maken, bleker maken   

Engels: whiten (en), blanch (en), bleach (en),

Gangbaarheid

• Het woord opbleken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opbleken" herkend door:

78 %	van de Nederlanders;
68 %	van de Vlamingen.