oorvissen
Uiterlijk

- (IPA in voorbereiding)
- oor·vis·sen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorvissen | |
verkleinwoord |
de oorvissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord oorvis
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Kneriidae
van straalvinnige vissen uit de orde van zandvisachtigen (Gonorhynchiformes)
- Het woord 'oorvissen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal