oorstrelend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oorstrelend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- oor·stre·lend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oor en strelend
Bijvoeglijk naamwoord
oorstrelend
- bijzonder aangenaam om naar te luisteren
- Het was voor het publiek weer genieten geblazen met de oorstrelende zang van De Proppies.[1]