oorlogsvloot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oor·logs·vloot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oorlog en vloot met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorlogsvloot | oorlogsvloten |
verkleinwoord | oorlogsvlootje | oorlogsvlootjes |
Zelfstandig naamwoord
- (militair) (scheepvaart) vloot van oorlogsschepen
- De oorlogsvloot voer uit om de handel met het Verre Oosten te beheersen.
Synoniemen
Verwante begrippen
- Onderdelen: jager, fregat, eskader, kruiser, duikboot, smaldeel, mijnenveger, kanonneerboot, vliegdekschip
Gangbaarheid
- Het woord oorlogsvloot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.