oorlogsspel

Nederlands

oorlogsspel

Uitspraak

• Geluid:  oorlogsspel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• oor·logs·spel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  oorlog zn  en  spel zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oorlogsspel	oorlogsspelen oorlogsspellen
verkleinwoord	oorlogsspelletje	oorlogsspelletjes

Zelfstandig naamwoord

het oorlogsspel o

1. de oorlog voorgesteld als een spel

   ▸ Hoeveel ingewikkelder is het oorlogsspel, dat gespeeld wordt binnen bepaalde tijdgrenzen, en waar het niet de wil van één persoon is die de levenloze stukken stuurt, maar waar alles voortvloeit uit de ontelbare botsingen van de wilsuitingen van diverse personen.

2. spel waarin een oorlog wordt gesimuleerd

   ▸ Zit je lekker een oorlogsspel te spelen, valt er ineens een SWAT-team binnen. Dat gebeurde een Amerikaanse gamer. Hij had net in de livestream van z'n spel Counter Strike tegen zijn medespelers 'I think we're being swatted' - toen de deur openbrak en inderdaad een zwaarbewapend arrestatieteam binnenviel.

Vertalingen

    2. spel waarin een oorlog wordt gesimuleerd   

Engels: war game (en)

Gangbaarheid

• Het woord oorlogsspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.