oorlogsschip

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·logs·schip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorlogsschip oorlogsschepen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het oorlogsschipo

  1. (militair) (scheepvaart) schip voor oorlogsvoering
    • Het vlaggenschip van de Russische Zwarte Zeevloot, de Moskva (Moskou) is gezonken. Het Russische ministerie van Defensie zegt dat het oorlogsschip tijdens een bergingsoperatie in stormachtig weer is vergaan. [1] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen