oorlogspad

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oorlogspad    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈorlɔxsˌpɑt / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• oor·logs·pad

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  oorlog zn  en  pad zn  met het invoegsel -s-  leenvertaling van Engels warpath of direct van een term die Indianen gebruikten voor de route die zij gebruikten als zij ten strijde trokken

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oorlogspad	oorlogspaden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het oorlogspad o

1. (figuurlijk) toestand waarin met een oorlog of conflict aangaat

   • ‘Er is een mierenkolonie,’ zeg ik, ‘en die leeft van een buurkolonie. Ze leven naast elkaar zonder dat er iets gebeurt. Dan gaat de ene kolonie ineens op oorlogspad. Er volgt een heftige strijd met nogal wat slachtoffers. De rovende kolonie verschaft zich toegang tot de andere en rooft daar eieren. 
   • Zelfs een stoïcijn als Huygens had ook al eens nood aan een soldatenlief, als het oorlogspad hem te eenzaam werd. 

2. (verouderd) door Indianen gebruikte route om ten strijde te trekken

   • Die fonkelende banieren marcheeren nu dag aan dag voorwaarts over de verre heuvelen, niet in groote gelederen, maar in afzonderlijke groepen, achter elkander marcheerende als Indianen op het oorlogspad. 

Typische woordcombinaties

• op het oorlogspad gaan

oorlog gaan voeren, een conflict gaan uitvechten

• op het oorlogspad zijn

oorlog voeren, het conflict aangaan

• zich op het oorlogspad begeven

zich bezig gaan houden met oorlog voeren, ruzie zoekend

Antoniemen

• [1] vredespad

Gangbaarheid

• Het woord oorlogspad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.