oorlogsnieuws

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oorlogsnieuws    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• oor·logs·nieuws

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  oorlog zn  en  nieuws zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oorlogsnieuws
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het oorlogsnieuws o

1. actuele berichtgeving over een gewapend conflict

   ▸ En zij praatten verder over het laatste oorlogsnieuws en verborgen beiden voor elkaar dat zij niet begrepen tegen wie de volgende slag die verwacht werd, geleverd moest worden, daar de Turken volgens het laatste bericht toch op alle punten verslagen waren.

   ▸ Ondertussen blijft de NOS dagelijks het oorlogsnieuws van destijds volgen op een speciale site en op Instagram. "Nog meer dan in de Bevrijdingsjournaals schetsen we daar ook een beeld van het dagelijks leven. Dus de berichten over de bevrijding van Maastricht, maar ook over dat er gewoon wordt gevoetbald."

Gangbaarheid

• Het woord oorlogsnieuws staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.