oorlogskas

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·logs·kas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorlogskas oorlogskassen
verkleinwoord oorlogskasje oorlogskasjes

Zelfstandig naamwoord

de oorlogskasv / m

  1. (militair) geld gebruikt om oorlog te voeren
  2. (figuurlijk) (economie) bedrag dat een concern beschikbaar heeft en wil gebruiken voor overnames
    • “De Raad van Europa is verworden tot het FIFA van de mensenrechten”, aldus Knaus. “Van bronnen horen wij dat de Azeri’s een oorlogskas van 300 miljoen euro hebben voor het omkopen en manipuleren van de leden van de Raad van Europa."[3] 

Gangbaarheid

Verwijzingen