oorlogservaring

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·logs·er·va·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorlogservaring oorlogservaringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

oorlogservaring v [1]

  1. wat men door ondervinding geleerd heeft in een oorlog
     Napoleon wist na zijn lange oorlogservaring maar al te goed wat het voor een aanvallende partij betekende om met inzet van alle krachten na acht uur de slag nog niet gewonnen te hebben.[2]
     "We zien hoe Europeanen naar Syrië en nu ook Irak reizen. Ze doen daar oorlogservaring op en komen dan terug", zei Obama vorige week bij het ABC-programma This Week. "Zij hebben Europese paspoorten en hebben dus geen visum nodig om naar de VS te komen."[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 26 januari 2022 Weblink bron “Westerse jihadisten makkelijk VS in” (03-07-2014), NOS