oorlogsburgemeester
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oor·logs·bur·ge·mees·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oorlog zn en burgemeester zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorlogsburgemeester | oorlogsburgemeesters |
verkleinwoord | oorlogsburgemeestertje | oorlogsburgemeestertjes |
Zelfstandig naamwoord
de oorlogsburgemeester m
- iemand die tijdens de Duitse bezetting gedurende de Tweede Wereldoorlog door de bezetter tot burgemeester van een gemeente werd benoemd
Gangbaarheid
- Het woord 'oorlogsburgemeester' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.