oorlel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oor·lel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oor en lel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorlel | oorlellen |
verkleinwoord | oorlelletje | oorlelletjes |
Zelfstandig naamwoord
- (anatomie) het onderste deel van de oorschelp bestaande uit vetweefsel
Vertalingen
1.het onderste deel van de oorschelp bestaande uit vetweefsel
Gangbaarheid
- Het woord oorlel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "oorlel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be