onzedelijk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onzedelijk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·ze·de·lijk

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van zedelijk met het voorvoegsel on-

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	onzedelijk	onzedelijker	onzedelijkst
verbogen	onzedelijke	onzedelijkere	onzedelijkste
partitief	onzedelijks	onzedelijkers	-

Bijvoeglijk naamwoord

onzedelijk

1. immoreel, in strijd met de ethiek
2. in strijd met de seksuele moraal

Synoniemen

• oneerbaar, onkuis, ontuchtig

Antoniemen

• zedelijk

Afgeleide begrippen

• onzedelijkheid

Verwante begrippen

• ontuchtigheid, tucht

Vertalingen

    1.   

Engels: lewd (en)

Spaans: impuro (es), obsceno (es)

Gangbaarheid

• Het woord onzedelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onzedelijk" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.