onwelgevoegelijke

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·wel·ge·voe·ge·lij·ke
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

onwelgevoegelijke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van onwelgevoegelijk
    • Hij begon onmiddellijk met zijn excuses aan te bieden voor het onwelgevoegelijke gedrag van de president. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen