onwaarachtig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onwaarachtig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·waar·ach·tig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van waar met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -achtig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	onwaarachtig	onwaarachtiger	onwaarachtigst
verbogen	onwaarachtige	onwaarachtigere	onwaarachtigste
partitief	onwaarachtigs	onwaarachtigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

onwaarachtig

1. niet in overeenstemming met de werkelijke toestand of toedracht
2. onoprecht

Antoniemen

• waarachtig

Verwante begrippen

• onwaarachtigheid

Gangbaarheid

• Het woord onwaarachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.