onverwachtste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·ver·wacht·ste
Bijvoeglijk naamwoord
onverwachtste
- verbogen vorm van de overtreffende trap van onverwacht
onverwachtste
- verbogen vorm van de overtreffende trap van onverwachts
onverwachtste
onverwachtste