onverhard

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

onverharde weg
Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ver·hard
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onverhard onverharder onverhardst
verbogen onverharde onverhardere onverhardste
partitief onverhards onverharders -

Bijvoeglijk naamwoord

onverhard [1]

  1. vooral van een weg dat er geen stenen of asfalt toplaag is
    • Het is moeilijk om te fietsen op deze onverharde weg. 
     Het is buiten de kwelzucht van de parcoursbouwers gerekend. Hier lag de afgelopen drie keer de eindstreep, maar verderop hebben ze een onverhard pad laten aanleggen. Nog wat verder omhoog, heren![2]
     Het was al donker toen ik een onverharde weg passeerde waar een aantal eenpersoonstenten in de berm stonden.[3]


Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Rob Gollin
    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be