onvast
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·vast
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onvast | onvaster | (onvastst) * |
verbogen | onvaste | onvastere | (onvastste) * |
partitief | onvasts | onvasters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onvast
- van de slaap: dat je makkelijk wakker kunt worden
- Ik heb een lichte, onvaste slaap. Ik word van het minste geluid al wakker.
- van bewegingen van het lichaam dat ze niet helemaal beheerst worden: een onvaste hand, een onvaste tred, onvast op de benen staan, een onvaste (zang)stem
- Op camerabeelden is een strompelende Cole te zien. Door de alcoholinname is de jongen zeer onvast ter been. Op een gegeven moment wordt de Brit benaderd door een aantal mannen, die hem meerdere malen vastpakken. Uiteindelijk wordt zijn mobiele telefoon gestolen. [1]
- van een bouwwerk dat het niet stevig is
- van het weer dat het niet zeker is dat het droog blijft
- Onvast weer hoort nu eenmaal bij Nederland.
- gevoel van onzekerheid gevend
- Ooit geloofde Jongstra dat zijn identiteit ‘een feit’ was, noteert hij in het begin, maar feit en fictie blijken schijngestalten. De wereld is een onvaste plaats geworden. Van de weeromstuit zoeken we vertwijfeld ankerpunt, meerpaal, stoothout. We stellen onze hoop in de illusoire standvastigheid van de grens, de norm, de eigenheid, de taal. Maar, zegt Jongstra: ‘Identiteit is twee dingen. Dat je weet waar je bij hoort, en ook inziet wat je anders maakt.’ [2]
Opmerkingen
- Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest onvast(e)" worden gebruikt. [3] [4]
Synoniemen
- [2] aarzelend, bibberig, groggy, onzeker, wankel
- [3] bouwvallig, fragiel, insolide, krakkemikkig,
- [4] regenachtig, buiig, onberekenbaar, onbestendig, veranderlijk
Antoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord onvast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "onvast" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia M. Sakkers 11 januari 2017
- ↑ de Standaard 10 maart 2017
- ↑
Weblink bron
W. Haeseryn e.a.“6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst) - ↑
Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel on- in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 91 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %