ontzouten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ontzouten    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ont·zou·ten

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van zouten met het voorvoegsel ont-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
ontzouten	ontzoutte	ontzout
zwak -t	volledig

Werkwoord

ontzouten

1. overgankelijk van opgelost zout ontdoen, ontzilten

   • Zeewater kan met omgekeerde osmose ontzout worden. 

Afgeleide begrippen

• ontzouting

Vertalingen

    1. van opgelost zout ontdoen, ontzilten   

Duits: entsalzen (de) Engels: desalinate (en)

Frans: dessaler (en) Spaans: desalar (es), desalinizar (es)

Gangbaarheid

• Het woord ontzouten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontzouten" herkend door:

92 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.