ontweken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·we·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ontwijken

ontweken

  1. meervoud verleden tijd van ontwijken
    • Wij ontweken. 
    • Jullie ontweken. 
    • Zij ontweken. 
  2. voltooid deelwoord van ontwijken