ontvoogd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·voogd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van ontvoogden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
ontvoogden

ontvoogd

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvoogden
    • Ik ontvoogd. 
  2. gebiedende wijs van ontvoogden
    • Ontvoogd! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvoogden
    • Ontvoogd je? 
vervoeging van: ontvoogden…
verbogen vorm: ontvoogde

ontvoogd

  1. voltooid deelwoord van ontvoogden

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be