ontvangstcomité

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

ontvangstcomité
Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·vangst·co·mi·té
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ontvangstcomité ontvangstcomités
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ontvangstcomitéo

  1. groep mensen die als taak heeft iets of iemand welkom te heten
     En toen zweeg hij, er rommelde iets in zijn mond, het zag er bijna pijnlijk uit, alsof er grind in zat, de woorden struikelden over zijn tanden als een iets te enthousiast ontvangstcomité.[1]
     Het ontvangstcomité op het vliegveld van Belgrado mocht er zijn, afgelopen donderdag: zowel de Servische premier als de Chinese ambassadeur in Belgrado stonden het toestel uit Peking op te wachten. Het betrof een feestelijk onthaal van de zestigste en voorlopig laatste corona-hulpvlucht uit China.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 februari 2022 Weblink bron “Hoe China vaccins (maar ook censuur) naar Servië brengt” (01-06-2021), NOS