onttrokken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·trok·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
onttrekken

onttrokken

  1. meervoud verleden tijd van onttrekken
    • Wij onttrokken. 
    • Jullie onttrokken. 
    • Zij onttrokken. 
  2. voltooid deelwoord van onttrekken