ontsteltenis
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontsteltenis (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ɔntˈstɛɫ.tə.nɪs/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɔntˈstɛl.tə.nɪs/
Woordafbreking
- ont·stel·te·nis
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘verwarring’ voor het eerst aangetroffen in 1636 [1]
- Naamwoord van handeling van ontstellen met het achtervoegsel -enis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontsteltenis | ontsteltenissen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
ontsteltenis v
- toestand van plotselinge en grote schrik, verwarring en/of paniek
- Tot mijn grote ontsteltenis zag ik dat.
Synoniemen
Vertalingen
1. toestand van plotselinge en grote schrik, verwarring en/of paniek
Gangbaarheid
- Het woord ontsteltenis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ontsteltenis" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -enis in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 92 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %