ontstegen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·ste·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ontstijgen

ontstegen

  1. meervoud verleden tijd van ontstijgen
    • Wij ontstegen. 
    • Jullie ontstegen. 
    • Zij ontstegen. 
  2. voltooid deelwoord van ontstijgen