ontsluiting
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontsluiting (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·slui·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van ontsluiten met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontsluiting | ontsluitingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de ontsluiting v
- het ontsluiten
- (medisch) het zich openen van de baarmoedermond voor een geboorte
- (geologie) insnijding in het aardoppervlak die toegang geeft tot gewoonlijk bedekte bodemlagen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord ontsluiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontsluiting" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Geologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %