ontpaling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·pa·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ontpaling ontpalingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de ontpalingv

  1. het verwijderen van palen
    • De ontpaling van Gent is al een tweetal jaar bezig. De Gentse straten, fiets- en voetpaden tellen immers 23.000 paaltjes, en die zorgen soms voor gevaarlijke situaties.[1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. De Standaard april 2023 [1]